Dansen

Toen ik zeven was, ging ik voor het eerst naar een balletvoorstelling in een echt theater. Ik herinner me rode stoelen, donkerrode fluwelen gordijnen, een geur van parfum, vermengd met stof en het zachte gemurmel van stemmen. En toen het magische moment dat de lichten uit gingen en iedereen stil was. De voorstelling begon met peuters die rondjes draaiden, sprongen, renden, stil stonden en soms even naar hun ouders op de voorste rijen zwaaiden. Maar het spannends waren de meisjes van mijn leeftijd die al echte ballerina’s leken met hun pirouettes, tendu’s en arabesques alhoewel ik die termen nog helemaal niet kende. Ik wist onmiddellijk: ‘Dit is wat ik wil.’ Het had dezelfde magie als de bloemenelfen van Mary Cicely Barker. En zo begon ik op mijn negende met klassiek ballet en ben sindsdien nooit meer gestopt met dansen. Dansen speelt ook een belangrijke rol in ‘het Gouden Licht van Afrika.’

Fragment van het Gouden Licht van Afrika (137, 138)

De band begint een ratjetoe van Zuid-Amerikaanse en jazzmuziek te spelen. Binnen vijf minuten staat
de vloer vol deinende, swingende en heupwiegende Afrikanen, Indiërs en blanken.

Ik stort me vol overgave in de dansende meute. De dunne rok zwiert om mijn benen en de
schelpenketting zwaait mee. Dansen is voor mij als ademen. Dat is altijd zo geweest, al sinds mijn
zevende toen ik voor het eerst naar de schouwburg ging voor een uitvoering van de plaatselijke
balletschool. Dansen, zweven, zwieren, springen en draaien wilde ik. Zoals de bloemenelfen uit het
Engelse boekje.

‘Evening dear and how do you do?’

Met een ruk draai ik me om. Voor me staat Sven. Stijlvol gekleed in een zwarte spijkerbroek en
hagelwit overhemd. Ik ben nauwelijks verbaasd. Op een sprookjesdag als deze kun je alles
verwachten.

‘I told you, we would meet again.’

Balletcolumns

Dans van lieveheersbeesten
Achtjarige Dorien was de oudste van mijn groep op de vrijdag. Ze was ook de grootste en best gehumeurde. Bij het instuderen van een  lieveheersbeestendans voor de Grote Uitvoering aan het eind van het dansseizoen, was ze mijn steun en toeverlaat. Kordaat en militant voerde ze het bevel over het rijtje achter haar. Zette de handen als een toeter voor de mond en tetterde: ‘Jonges, verzámelen.’ Bij een trage opkomst dreef ze persoonlijk haar kudde bij elkaar, formeerde het rijtje zoals de bedoeling was, rende naar de voorste plaats, roepend: ‘Klaar voor de start.. áf.’ Met de armen op de rug en het bovenlichaam iets naar voren gebogen zoals de bedoeling was, spurtte ze de eerste keer als een kanonskogel door de studio. Mijn verzoek om langzamer te lopen, leidde tot kettingbotsingen, zo prompt reageerde Dorien op mijn aanwijzingen. Na het eerste deel, moesten de lieveheersbeesten uitkomen in een halve cirkel, met het gezicht naar het publiek en intussen anderhalve meter tussenruimte betrachten. Als voorste, wist ze haar plek feilloos, nummer twee kon ze van zich af snauwen als die te dichtbij kwam en de anderen konden zich vervolgens oriënteren op die twee. Bij het laatste deel van de dans, was er wederom een moeilijke passage met veel veranderingen van plaats en gehannes met armen en benen. Tijdens de uitvoering in een echte schouwburg stampvol ouders, grootouders, ooms en tantes mét aanhang van nul tot een jaar of twaalf,  zat ik ‘m te knijpen als een ouwe dief of ze wel zouden uitkomen met de muziek. Mijn angst was ongegrond. Op het moeilijkste moment, zag ik Doriens mond bewegen. Waarschijnlijk zei ze, niet gehinderd door publiek, lampen en stress hetzelfde wat ze in de studio toeterde: ‘Niet teuten, húp, terug naar je plek.’ Ze waren dan ook exact op tijd en schoven met z’n allen opgelucht richting coulissen. Dorien voorop. Haar blik was triomfantelijk.

Balletboys aan de barre.
Ooit had ik als balletjuf een groepje van vijf- en zesjarigen, dat voor de helft uit jongetjes bestond. Destijds dacht ik hoopvol dat er iets wezenlijks ging veranderen maar dat was te vroeg gejuicht.
Lees hier de hele column

Balletjuf in de supermarkt
Voor de meeste kinderen zit de wereld overzichtelijk in elkaar. De balletjuf draagt speciale kleding en haar werkplek is een studio. Maar wat moet je als kind van zes, wanneer je met pappa in het zwembad bent en plotseling komt jouw juf langszwemmen?
Lees hier de hele column